Maandag 28 mei. Ik word wakker om een uur of zes, draai me om en wordt zwetend wakker om half tien. De zon schijnt! Mooi, inpakken en wegwezen!
Op de planning staan de Kaprun Hochgebirgsstauseen. Ik rij erheen, parkeer de auto en loop naar de kaartjes verkoop. Bam! Niet veel later zit ik in de bus, een kabelbaan (Lärchwand Schrägaufzug) en weer een bus. In no time ben ik zo’n 1200 meter hoger. Mooi mooi!
Ik besluit te starten met een wandelingetje naar een uitkijkpunt. Mooi uitzicht, maar dat kan beter. Een wandeling naar het Heinrich-Schwaiger-Haha van twee uur moet uitkomst brengen. Ik start vol goede moed en negeer het volgende waarschuwingsbordje.
Ik loop over de Drossensperre en na 500 meter moet ik een stukje ijs over. Geen probleem natuurlijk. Ik loop verder en zie 250 meter verder mijn eindpunt.
Deze ijsmassa is mijn te link. Ik besluit te lunchen en terug te lopen.
Eigenwijs als ik ben, loop ik nu naar het water. Ook geen probleem voor deze rasoptimist. De terugweg is wat jammer als mij voet dwars door het ijs/sneeuw zakt en zeiknat is. Ach als dat het ergste is.
Na nog wat wandelen en een selfie her en der, besluit ik dat ik wel terug kan gaan.
Volgende halte is het kasteel van Mauterndorf. Een uurtje rijden, maar van buiten ziet het er tof uit.
Als ik binnen ben, is het uitgestorven. Ik loop wat rond en wordt door middel van een audiotour op de hoogte gebracht van het leven in het kasteel. Uiterst interessant, maar wat matig. Evengoed een mooie selfie van mezelf in harnas weten te scoren.
Dan besluit ik terug te gaan naar de camping in Zell am See. Hier was een goede fietstocht die ik morgen ga doen. De route er naartoe leidt via het skigebied van Obertaurn. Erg sneu zo in de lente, het is een verlaten dorpje. Evengoed is de weg door het Tauernvallei wel heel mooi en voor je het weet sta ik weer op de camping.