Wat een nacht! Van oververhit naar te koud en van lawaai naar extreem lawaai. Ja, zo’n hutje mutje camperplaats aan de weg is echt geen aanrader. Maar ja, we moeten alles geprobeerd hebben toch.
Dinsdag 29 april 2025. Om zeven uur staan we op. Snel inpakken en wegwezen. Inclusief first breakfast duurt het een uurtje. We verlaten de camperplaats en rijden richting de kust.
Onze eerste stop wordt Ameglia. Monique heeft een pasticceria gevonden wat betekend dat er zoetigheid en koffie is. Monique gaat voor een bol met slagroom en ik neem een Italiaanse appelflap.

Na de verkwikkende espresso rijden we verder. We volgen de kustlijn naar Viareggio. Het is duidelijk nog niet het seizoen, want alles is leeg en verlaten. In Forte dei Marmi zetten we Vanry aan de kant en lopen we even een rondje over het strand en de pier.

Dan rijden we door naar Lucca. Na het zien van De Meijlandjes wilde we hier zeker de toren een keer bezoeken. We parkeren de bus net buiten de stadsmuren en lopen door deze muur het stadje in.

Lucca is alleraardigst. We beginnen met een koffie- en plaspauze, maar struinen al gauw door de smalle straatjes te gluren naar de oude bakstenen gebouwen.

Als we bij Torre Guinigi aankomen mag ik de toren beklimmen terwijl Monique beneden met Charlie wacht. Wat een schatje is het toch! De klim is lang niet zo spannend als de Meijlandjes deden doen voorkomen. Boven op de toren is het druk. De Nederlandse kindertjes zeuren dat ze moeten plassen en de papa’s en mama’s beloven snoepjes als ze hun bek houden. Het uitzicht over de stad en de eikenbomen op de toren maken een hoop goed.

Terwijl ik op de toren sta besluit Monique een drankje te gaan doen op het terras. Natuurlijk hoort daar ook een zoet broodje bij. Na een half uurtje sluiten we elkaar weer in de armen en lopen we een bakkertje in die cantuccini verkoopt. Vier cantuccini en vier koekjes voor vier euro. Het moest zo zijn.
We verlaten Lucca en rijden richting Volterra wat onze eindbestemming wordt vandaag. In het dorpje Cappanori heeft Monique een meertje gevonden waar we misschien aan kunnen lunchen. Ik rijd de weg er naartoe op, maar het meertje bereiken we niet. Wel lunchen we op een grindpad naast een gele bloemenzee. De boer die passeert lacht vriendelijk en stuurt zijn tractor ruim door de berm om ons niet tot last te zijn.

Met volle buikjes trekken we verder. We stoppen bij de Dpiu in Capannoli waar we boodschappen doen. Het is niet de leukste der supermarkten, maar prima voor vanavond. Iets verder vinden we in La Rosa bij toeval een winkel met lokale lekkernijen en ijsjes. We gaan voor stracciatelli en mandarijn. Vooral die laatste was heerlijk!

Na nog een kort ritje door het Toscaanse landschap rijden we het erf van Terre de Pepi op. Een wijnboer waar je gratis mag verblijven. Om het verblijf op te leuken biedt hij een wijnproeverij aan. We zijn vandaag de eerste gast en mogen daarom de beste plek kiezen.

Onze pre-borrel bestaat uit rosé uit Aosta, welke heerlijk combineert met de blue d’Aosta die we nog hadden. Ook de Parmaham smaakt voortreffelijk! Dat is toch wel andere koek dan die plakjes van de Appie. Rond de klok van vijf wordt het gezellig. Het erf van Pepi loopt vol en het dondert boven de vallei waar we zitten. Ook een klein buitje wordt ons niet bespaart.

Na het buitje is het tijd voor de wijnproeverij. Bij alle kampeerders worden aan een grote tafel gezet en krijgen drie wijnen voorgeschoteld. Eén witte en twee rode. Na de proeverij blijven er vier flessen aan onze handen plakken. Twee witte, een rode en één gevuld met olijfolie. Dat maakt onze salade zodrek vast nog lekkerder.

Vanavond eten we tosti’s met gnocci en een salade. De tosti is overigens zonder brood. Het brood is vervangen door een snee gehakt.

Terwijl we eten gaat de zon langzaam onder. Een mooi moment om mijn pootje te pakken en mijn camera in stelling te zetten.

Wat nog volgt is de afwas, een kop koffie en wat gezelligheid. Morgen weer een dag!