De vale gier is een meester in het zweven. Hij gebruikt warme luchtstromen (thermiek) om zonder veel inspanning grote afstanden af te leggen, vaak in groepen boven bergachtige gebieden. Daar genieten we vandaag weer volop van.
Maandag 27 oktober 2025. Na verfrissende nacht, waar zelfs Charlie onder een dekentje sliep, is staan we kwiek op. Vanochtend hebben we alle tijd want we worden pas om half tien bij de olijfoliemagnaat verwacht.

Ons ontbijt is vandaag de olijfolie proeverij van Artajo. We beginnen met een korte rondleiding en uitleg over het proces van koude persing. Zo leren we wat een olijf voor ongeveer 50% water, 30% vaste materie en slechts 20% olie. Bij koude persing halen ze ongeveer de helft van die olie uit het product. We proeven acht verschillende olijfoliën.

Na de proeverij vertrekken we richting Mirador de los Buitres in Parque Natural de la Sierra y los Cañones de Guara. Als we een Eroski passeren besluiten we toch eerst even boodschappen te gaan doen. Het is een flinke supermarkt en we slaan alvast wat Turron in voor thuis. Ook gooien we Vanry vol met goedkope diesel.
We vervolgen de weg naar het uitzichtpunt en na ruim een uur staan we voor een keuze. Gaan we door, of moeten we het uitzichtpunt met gieren laten schieten. De verharde weg is immers verandert in een landweg vol keien en kuilen.

We kiezen eieren voor ons geld en besluiten naar een andere mirador te gaan. Het wordt Mirador Mallos de Riglos. We nemen een kijkje en zoeken tegelijkertijd een nieuwe wandeling uit. Camino del Cielo lijkt wel wat te zijn.

De wandeling begint in Riglos zelf. Het dorpje is kennelijk erg geliefd onder toeristen, want ze hebben meerdere genummerde parkeerplaatsen. Wij kiezen de nagenoeg lege P2, betalen 3 euro en beginnen aan de wandeling.
We lopen door het dorpje waarna het pad flink begint te stijgen. Na de eerste bocht vinden we een plekje waar we kunnen lunchen. We hebben nog wat brood van de olijfolieproeverij over en beleggen het met chorizo, kaas en tomaat.

In de eerste twee kilometer wandelen gaan we vierhonderd meter omhoog. Er zitten stukjes van rond de 20% bij. Charlie vindt het een peuleschil, wij iets minder. De rustmomentjes gebruiken we om te genieten van het uitzicht op de bergen en zwevende gieren.

Als we bovenop de top zijn aangekomen denk je dat het zwaarste deel erop zit. Niets is minder waar, het eerste deel van de afdaling is minstens zo pittig. Maar ook hier zijn de uitzichten prachtig.

Na een tijdje begint de afdaling makkelijker te worden, maar het blijft los grind waar we op lopen en als Charlie iets te enthousiast aan de lijn trekt schiet mijn linker voet weg wat ik probeer te corrigeren met rechts. Die glijdt vervolgens helemaal door en ik land op mijn knie. De schade valt gelukkig mee en we kunnen door.

Als we bijna terug in het dorpje zijn zien we een informatieplaquette. Deze bevestigd het vermoeden van Monique dat de witte aanslag op de rotswand gierenkak is. Vol interesse pakt ze de verrekijker en bewondert dit natuurfenomeen.

Voldaan komen we terug bij Vanry. We stellen de navigatie in op Refugio El Pajar in Castilsabás. Net voor de zon ondergaat komen we aan en installeren we ons voor de nacht.

We kunnen weer eens douchen waarna we een borreltje nuttigen. Daarna volgt de maaltijd, biefstuk met salade en tortilla de patatas. Heerlijk!
Hopelijk wordt het morgen weer zo’n schitterende dag.
 
   
  


