Het is tijd om richting Taranaki te gaan. De weg er naartoe is lang en trekt door waarschijnlijk het lelijkste deel van het Noorder Eiland. Gelukkig komen we toch een paar pareltjes tegen.
Dinsdag 9 januari 2024. De dag begint lekker met eieren en spek. Vers gebakken voor onze tent, de zon schijnt, een kopje koffie erbij. Genieten!
Als we opruimen rijdt er een grote machine het terrein op. Die is van plan de gravel weg te schrapen. Als we vertrekken is de ene helft van de weg inderdaad geschraapt. Er ligt een hoge berg kiezels in het midden. Ons autootje kan er net langs, overheen een tussendoor. Vlak voor het einde is de man bezig met de andere helft. We passen er net langs.
Dan begint onze roadtrip pas echt. Om bij Mount Taranaki te komen moeten we dwars door het land heen. Dit deel van Nieuw Zeeland kent vooral landbouw en dat is niet het meest boeiende om te zien. Onze eerste stop is in Ekatahuna. Dit blijkt hèt Kiwi dorp te zijn. Althans, zo marketen ze zichzelf, kiwi’s leven niet in dit gebied. Monique leest het een en ander over het dorp en het blijkt het Timboektoe van Nieuw Zeeland te zijn.
In het dorp genieten we van een heerlijke kop koffie waarna we verder rijden. Monique ziet een levensgevaarlijk insect op de vooruit. We parkeren de auto op de dichtstbijzijnde parkeerplaats om deze kleine jongen met twee voelsprieten uit de auto te zetten.
Na een tijdje passeren we een bordje met de tekst Historical Site. We slaan er op aan en nemen de afrit. Het blijkt een oude blokhut te zijn. We bekijken de hut en lezen de geschiedenis.
Volgende halte is Whabganui. Hier komen we terecht bij Maggie’s Pies. Dit blijkt een winkeltje op een vaag industrieterrein. En pies kan Maggie bakken! Ik ga voor de beef en scallop, Monique neemt de Steak Kahuna. Dit waren vooralsnog de beste pies van de reis! Als we ze ophebben spreekt een local ons nog even aan om een praatje te maken. Hij bevestigt dat dit inderdaad de beste pies van de stad waren.
Een klein uurtje later rijden we Egmont National Park binnen. Hier parkeren we de auto om twee kleine wandelingen te doen. De eerste gaat naar de Dawsons Falls. Een mooie wandeling door een vochtig regenwoud brengt ons naar de waterval. Schitterend!
De tweede wandeling leidt ons naar Willies Pools. Dit zijn kleine poeltjes in de rivier. De poeltjes zijn rijkelijk diep en diverse bezoekers springen er in. Als we er zijn is het heel aanlokkelijk om dit ook te doen, maar we water is me net iets te koud.
Het tweede deel van deze wandeling is iets minder geplaveid als het eerste deel. We moeten door modder, stijle rotsen en door een rivier. Maar, geen probleem dat kunnen wij. Soms doet Monique het met samengeknepen billetjes, maar altijd met veel plezier.
Na het wandelen schieten we nog even snel de uitkijktoren op, maar helaas is het te bewolkt om de berg (vulkaan) te zien. We verlaten het park en gaan richting camping. Na twee korte stops bij supermarkten (de een verkocht geen bieten) arriveren we bij Durham Lake Holliday Park, onze camping voor de komende twee dagen. We zetten de tent op en genieten van een koel drankje.
Onze maaltijd, hamburger kiwi stijl (met zoetzure biet ertussen) is heerlijk. Na de maaltijd lopen we een rondje om het meertje en praten we even met de eigenaar. Inmiddels begint de vulkaan zich te laten zien, wat ons uitzicht steeds mooier maakt.