Nadat ik gisteren vanuit de tent twee kiwi’s hoorde krijsen werd het wel tijd om deze vreemde vogels een keer in het wild te spotten. Dat gebeurde vanavond.
Woensdag 17 januari 2024. Voor het eerst deze reis is de tent een keer droog als we opstaan. Iets wat goed uitkomt, want hij moet helaas zijn zakje weer in. We ruimen de tent en slaap spullen op en vertrekken nog een klein stukje verder naar het noorden.
Onze eerste stop is Kauri Walks. We parkeren de auto en zien dat twee van de drie wandelingen afgesloten zijn. Ditmaal omdat de kauri aan het sterven zijn wegens schade aan hun wortels en besmette aarde die onder schoenzolen zit. We lopen het pad wat wel mag en worden getrakteerd op Te Matua Ngahere. Dit is de een na grootste kauri van Nieuw Zeeland. Inhoud van de stam slechts 208 kubieke meter.
We rijden verder om op bezoek te gaan bij Tane Mahuta. De grootste kauri van Nieuw Zeeland. Wat een beest is dit. Ze passen sowieso niet op de foto, maar deze heeft een volume van 244 kubieke meter. Leeftijd ongeveer 2000 jaar.
Na genoten te hebben van deze prachtige bomen is het tijd om de oversteek van de westkust naar de oostkust te maken. Dit doen we via de Pakia Hill lookout. Hier zien we weer een totaal ander landschap dan we al zagen in de voorgaande weken.
We drinken een kop koffie in Pakenea en maken vervolgens de oversteek om in Kerikeri te gaan lunchen. Het worden twee pies. Vandaag iets met eend en iets met lamscurry. Lekker, maar niet zoals die van Maggie.
De route gaat nu weer in zuidelijke richting. Via Paihia en de Bay of Islands rijden we naar het zuiden. We stoppen heel even op een strandje om de beentjes te strekken.
We maken nog een kleine stop in Whangarei waar we de lokale waterval bezoeken. Voor iets wat midden in een stadje ligt, is het een best ding.
Dan rijden we in een ruk door naar Matakana. Hier is onze AirBnB en moeten we ons later vandaag melden voor de Kiwi Spotting Tour. Het logeeradres is uiterst keurig. We mogen van de host onze kampeerstoelen wel achterlaten. Hij wil die zooi wel naar het oud ijzer brengen.
We eten vandaag sjiek bij de The Sawmill Brewery. Naast een kleine proeverij van vijf IPA’s genieten we van flatbread met geit en pulled lamb. Heerlijk! Tijdens het drinken van de biertjes krijg ik zowaar een badge van Untapped. Ik drink als een kiwi.
Na het goede eten en eveneens heerlijke drankjes rijden we naar Matakana waar we moeten wachten op de bus van Kiwiness Tours. Het duurt niet lang voordat Ed zich voorstelt en we met drie Amerikanen, een Kiwi en een Indiaas koppel vertrekken naar Tāwharanui Peninsula. Ed vertelt dat hij geen garanties kan geven over het zien van kiwi’s, maar dat het altijd mogelijk is. Belangrijk zijn dat iedereen stil is en rustig loopt.
In het park daalt de zon langzaam achter de horizon. We kunnen op pad! We passeren het bord dat er vanavond op konijnen gejaagd gaat worden en lopen het bos in. Niets! We keren om en niet veel later is het raak! Een kleine kiwi. We lopen verder en uit het niets spot Monique een tweede kiwi. Deze maakt zelfs een leuk sprongetje.
We passeren de jager die op zijn brommertje rondrijdt met een hoofdlampje op en een geweer op het stuur. Het is een komisch gezicht. Dan slaan we een zijpad in. Hoppa, Monique spot gewoon nog een kiwi! Ed biedt haar gelijk een baan aan als kiwi spotter.
Tijdens het teruglopen spotten we de vierde kiwi. De Indiase dame heeft het niet door en stapt bijna op het arme beestje. Dan is het avontuur klaar. Tevreden gaan we terug naar Matakana waar we afgezet worden bij onze auto. Wat een prachtige ervaring! Wilde kiwi’s zijn toch leuker dan die achter glas of die in de fruitmand.